Zorg er voor dat de ruimte (25 mm) tussen de muur en steenwol enigszins kan ventileren. Zeker bij een enkelsteensmuur die vocht opneemt, is het goed dat de muur het vocht ook via en spouw weer kan kwijtraken. Vooral wanneer de zon op een vochtige muur schijnt, zal het vocht ook aan de binnenzijde de stenen weer willen verlaten. En als het vocht in de stenen bevriest kan dit tot schade aan de stenen leiden (er ontstaan dan losse schilfertjes).
Ventileren doe je via de buitenmuur (en zeker niet via de binnenwand). Dit kun je doen door middel van open stootvoegen. Bij sterk geventileerde spouwen is de open voeg 1.500 mm2/m1. De warmteweerstand van een dergelijke spouw is nul. Bij zwak geventileerde spouwen is de opening 500 tot 1.500 mm2/m1 en bedraagt de warmteweerstand van het buitenspouwblad nog altijd 0,09 m2K/W. Bij grote vochtproblemen is het beter zo goed mogelijk te ventileren, maar dien je betere isolatie aan te brengen aan de achterzijde van de afwerkwand om een goede isolatiewaarde van de wand als geheel te krijgen. Een totale isolatiewaarde van 3,5 tot 4,5 m2K/W is tegenwoordig een heel normaal uitgangspunt voor woonhuizen.